Doseernauwkeurigheid is bepalend voor uw product. Hiervoor is naast een goede doseerunit en adequate besturing, regelmatig controle van de juiste dosering nodig. Voor het vaststellen van doseernauwkeurigheid voor continue doseerinstallaties gebruikt de processindustrie overwegend de NAMUR procedures. NAMUR, opgericht in 1949, is een internationale vereniging van gebruikers van automatiseringstechnologie in de procesindustrie. NAMUR staat voor Normenarbeitsgemeinschaft für Meß- und Regeltechnik in der Chemischen Industrie.
Gelijke voorwaarden voor doseernauwkeurigheid
Er bestaat geen officiële standaard voor bepaling van doseernauwkeurigheid. Daarom heeft NAMUR aan de hand van instructies, procedures vastgelegd en daarmee gelijke voorwaarden gecreëerd voor fabrikanten en gebruikers van doseerinstallaties. Wilt u hier meer over lezen? Download dan de Namur procedure doseernauwkeurigheid .
Naast andere criteria is de doseernauwkeurigheid sterk afhankelijk van tijdsinterval en producteigenschappen van het te doseren product. Denk hierbij aan stromingsgedrag, deeltjesgrootte, stortgewicht, etc.
De doseernauwkeurigheid is op te splitsen in een doseerafwijking en een doseerconstante. De doseerafwijking zegt iets over het verschil tussen de beoogde hoeveelheid te doseren product en de werkelijk gedoseerde hoeveelheid in een bepaalde tijd. De doseerconstante zegt iets over de grootte van fluctuaties tijdens het doseren. In de NAMUR instructies zijn deze termen beschreven, de toelaatbare meetfouten van de testapparatuur en de omstandigheden bepaald waaronder de meting plaatsvindt. Verder is de berekeningsprocedure beschreven waarin wordt uitgelegd hoe korte- en langetermijnfluctuaties kunnen worden bepaald aan de hand van individuele metingen.
Hoe wordt nu de doseernauwkeurigheid gemeten en berekend?
In de meetopstelling doseert een gravimetrische doseerunit (Loss-In-Weight) product in een wegend opgestelde referentieschaal. De gravimetrische doseerunit heeft daarbij zijn eigen besturing waarin een setpoint wordt ingegeven (kg/uur). Vervolgens wordt na elke 60 seconden tijdens het continue doseren, het gewicht gemeten van de referentieschaal wat er in de laatste 60 seconden is gedoseerd. Na 30 minuten zijn er dus 30 metingen gedaan; aan de hand van deze 30 metingen wordt de standaardafwijking “S” berekend aan de hand van de wiskundige formule. De doseerafwijking is vervolgens af te lezen aan de hand van de gemeten hoeveelheid op de referentie weegschaal. De doseerconstante volgt uit de wiskundig berekende standaardafwijking “S” en wordt uitgedrukt in 1x (1S) of 2x (2S) de standaardafwijking.
Hieronder een voorbeeld: